EN NL
Set van vier zilveren kandelaars, Diederik Lodewijk Bennewitz, 1807

Set van vier zilveren kandelaars, Diederik Lodewijk Bennewitz, 1807

Jacob J. Roosjen SRI®

Set van vier zilveren kandelaars, Diederik Lodewijk Bennewitz, 1807

Diederik Lodewijk Bennewitz, Amsterdam, 1807

2577 gram totaal; hoogte 28,7 cm


De grote tafelkandelaars staan op een driekante voet met rozet in het midden. De gecanneleerde schacht met geappliqueerde guirlandes wordt ondersteund door drie klauwpoten met kleine rozetten. Daarboven bevindt zich de ronde nodus met filetranden en de vaasvormige kaarshouder, eveneens gecanneleerd en geappliqueerd met guirlandes. De losse ronde vetvanger heeft een filetrand. Alle volledig gekeurd op de voetrand, twee kandelaars met het herkeur van 1807.


Uit de literatuur blijkt dat Bennewitz dit type kandelaars heeft gemaakt in dezelfde structuur, maar met wisselende details voor zowel tafelkandelaars als voor kandelabers. De kenmerkende kandelaars met driekantige voet met holle passen en rozetten komen bijna uitsluitend voor in het begin van de 19e eeuw en zijn vervaardigd door Bennewitz. Het vroegste bekende paar kandelaars van dit type dateert van 1803. Bennewitz zal rond deze tijd dit type hebben ontworpen en hebben vervaardigd tot in de jaren twintig van de 19e eeuw. Dit type kandelaars werd gemaakt en verkocht door Bennewitz & Bonebakker te Amsterdam in de periode 1802 tot 1821.


Deze set van vier kandelaars heeft als extra decoratie guirlandes op de vaasvormige kaarshouders en op de schouders van de schacht. Deze guirlandes ontbreken bij de andere bekende kandelaars. Hieruit blijkt dat Bennewitz de kenmerkende vorm steeds uitvoerde, maar in detail varieerde, mogelijk in opdracht van de client, door gebruik te maken van parelranden of hoekige geledingen van de schachten.


De firma noteerde per jaar nauwkeurig in de werkmansboeken bij welke zilversmeden werd besteld. Vrijwel zeker komen de kandelaars voor in het werkmansboek van Bonebakker in 1807-1808. In het boek, op 25 maart 1808 vermeldt Bonnebakker dat Bennewitz vier kandelaars met driekantige voet heeft geleverd. Achter de levering staat de naam Willink. Tevens wordt het gewicht vermeld, 10 mark – 6 loot – 5 engels. Omgerekend in grammen is dit 2561,13 gram. De vier kandelaars wegen 2577 gram, hetgeen vrijwel overeenkomt met het vermelde gewicht in het werkmansboek.


Vergelijkende literatuur:

-K.A. Citroen, Amsterdamse zilversmeden en hun merken, Amsterdam, 1975, nr. 183

-J. R. de Lorm, Amsterdams Goud en Zilver, Zwolle, 1999

-H. Vreeken, Goud en Zilver met Amsterdamse keuren, Amsterdams Historisch Museum, Zwolle, 2003, pp. 418-419

-Barend J. van Benthem, De Werkmeesters van Bennewitz en Bonebakker, Amsterdams grootzilver uit de eerste helft van de 19de eeuw, Zwolle, 2005