EN NL

Reactie op Volkskrant-artikel - Hoe verpats ik het tafelzilver?

De Koninklijke Vereeniging van Handelaren in Oude Kunst heeft naar aanleiding van het artikel Hoe verpats ik het tafelzilver? op Volkskrant.nl dd18 januari 2017 het volgende stuk ingezonden. Onderaan vindt u een link naar het Volkskrant-artikel.

 "Tafelzilver

 
Met stijgende verbazing heb ik de bijdrage van Reinout van der Heijden (‘Hoe verpats ik het tafelzilver?’) van 18 januari jl. gelezen. De heer Van der Heijden merkt over de eventuele verkoop van tafelzilver haast terloops het volgende op: Het levert vaak meer op om het te verkopen via een veiling dan aan antiquair. Om vervolgens een betoog te houden voor de verkoop via veilinghuizen. Nu kan ik mij voorstellen dat hij als hoofdredacteur van de Geldgids een zekere preoccupatie heeft met geld, maar er zijn geen cijfers bekend waaruit blijkt dat verkoop via veilinghuizen gemiddeld meer oplevert dan verkoop via een antiquair of andere handelaar. Daarbij zou hij, indien hij meer kennis zou hebben van de kunsthandel, weten dat particulieren (met doorgaans minder kennis en ervaring in onderhandeling) beter afzijn bij een antiquair dan bij een veiling. Daar waar een veilinghuis druk uitoefent als het gaat om kosten, de minimale verkoopprijs of het moment dat iets moet worden geveild, zo zal een goede antiquair zich opstellen als partner van de verkopende partij. Een antiquair combineert enorme kennis, ervaring, met toewijding en rust. De moderne antiquair koopt niet meer op maandag en verkoopt op dinsdag. De moderne antiquair koopt in september, doet onderzoek in oktober en november, produceert een artikel in december, fotografeert in januari om in februari het object aan de relaties te presenteren en verkoopt in maart. Omlooptijden van een klein jaar zijn niet ongebruikelijk. Een goede verkoop dwingt de antiquair volledig en geduldig te zijn. Als een veilinghuis een object heeft aangeboden en het is niet verkocht (bijvoorbeeld omdat de potentiële koper is verhinderd of dat de beurs net die dag een tik heeft gekregen), dan krijgt het object de aantekening ‘b/i’, oftewel bought-in. Dat betekent in de praktijk dat de ‘reserve’ niet is gehaald en dat het object, dikwijls voorzien van een rekening voor fotografie, opslag en bijkomende kosten, terug gaat naar de inzender. En b/i betekent in de markt ‘besmet’, een prijsdrukkende connotatie. 
 
Dat zal een antiquair niet laten gebeuren. Voor hem is de koper net zo goed zijn klant als de verkoper; hij verkoopt niet aan iemand die een bordje ophoudt of biedt via internet. Hij wil een tevreden verkoper en koper, en zal indien nodig adviseren om een object te restaureren, hij doet onderzoek naar de provenance en historische context, zal het op een beurs tonen of er speciale klanten op attenderen. Het is niet toevallig dat zowel particulier als zakelijke koper steeds vaker naar een gespecialiseerde antiquair gaan.
 
De heer Van der Heijden merkt terecht op ‘Je kunt je tafelzilver maar een keer verkopen,' maar het is, om een ander Nederlands gezegde aan te halen, evenmin verstandig om ‘Iets voor een appel en een ei te verkopen’.
 
Robert D. Aronson
Antiquair en Voorzitter Koninklijke Vereeniging van Handelaren in Oude Kunst"

Zie hier het Volkskrant-artikel.